Voor de Halloween schrijfwedstrijd van de Schrijversacademie schreef ik het korte verhaal “Laatste avond”. Mijn verhaal kreeg een eervolle vermelding op de Facebookpagina van de Schrijversacademie. Omdat het helaas net de top 3 niet haalde, is het niet op hun website gepubliceerd, maar natuurlijk lees je het hier!

 

Laatste avond

Dit wordt mijn laatste avond, schiet er door me heen, terwijl de avond nog niet eens begonnen is. De schemer valt in. Ik zie niet wie er bij de stemmen horen die steeds dichterbij komen, maar hun taal liegt er niet om. Het geluid nadert en opeens is er licht. Daar zijn ze. Ik houd mijn adem in, alsof ik daardoor onzichtbaar kan worden. Minder opval.
‘Die is voor mij!’
De grootste van het stel, ook dat nog. Zachtjes blaas ik uit. Ik voel zijn ogen op mij gericht en wens dat ik bij mijn ouders was, ik kan me niet meer voorstellen dat ik kort geleden trots was dat ik van huis ging.
De jongen beweegt zijn handen in mijn richting, maar dat is niet de reden waardoor mijn ademhaling versnelt. Ik krijg het warm en weet zeker dat ik van kleur verschiet op deze koude avond. Laat ik het alsjeblieft mis hebben, smeek ik tot iemand waarin ik nooit heb geloofd. Voorzichtig kijk ik nog eens en die illusie verdwijnt direct. Voor me staat de jongen met dat ding op mij gericht. De scherpe punt van het mes wijst naar mijn middel, de grijns op zijn gezicht is gemeen.
Snel overweeg ik mijn mogelijkheden. Kan ik vluchten? Heeft het zin te smeken? Zal ik hem voorstellen een ander slachtoffer te kiezen? Ik doe niets. Versteend staar ik naar het mes dat steeds dichterbij komt. Nog een paar centimeter en het zal mijn huid raken. Erdoorheen glijden alsof ik van zachte boter ben gemaakt. Mijn moeder heeft me gewaarschuwd, ik geloofde haar niet. En toch… toch ben ik hier, op het verkeerde moment op de verkeerde plek.
‘Hij gaat eraan!’ De jongen lacht erbij.
Paniek borrelt in mij op als de punt van het mes op mijn borst wordt gezet. Moeiteloos snijdt het door mijn huid en vlees en ik verbijt de pijn. Het is scherp en elke beweging is genadeloos. Ik wil schreeuwen dat hij moet stoppen, maar het lukt niet. Ik kan het niet. Hij gaat maar door, steekt op verschillende plaatsen en lijkt de wonden met elkaar te willen verbinden. Met zijn handen wroet hij in mijn lichaam, alsof mijn organen er niet toe doen.
Mama, denk ik, ik geloof je. Je hebt gelijk…
Ik kijk niet meer, ik wil de jongen niet meer zien. Mijn gevoel raakt verdoofd en dat is goed. Ik zal berusten in mijn lot, zoals mijn moeder me heeft geleerd. ‘Wees trots,’ zei ze toen ik ging. ‘Wees trots en weet dat je mensen licht zult brengen. Je hart zal schijnen en warmte geven en als dat van ons gevraagd wordt, dan zullen we die taak op ons nemen.’
De jongen probeert of zijn hand door de gaten past die hij in mij heeft gesneden in de vorm van ogen en een mond. Het lukt en de lucifer volgt.
Ik ben moe en voel me leeg. Maar ik ben een trotse pompoen en geef licht.

0 reacties